Op 21 mei 2021 keurde het Vlaams Parlement het ontwerp van decreet goed tot wijziging van het Decreet betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (DBRC-decreet).
Het nieuwe decreet stelt volgende wijzigingen voor:
- Belangenschade: de schending van een norm of algemeen rechtsbeginsel kan niet worden ingeroepen wanneer de partij die de schending aanvoert, niet wordt benadeeld door de ingeroepen onwettigheid;
- Relativiteitseis: de ingeroepen onwettigheid moet kennelijk strekken tot bescherming van de belangen van wie zich daarop beroept;
- Attentieplicht: er is geen vernietiging mogelijk ‘als de partij kennelijk verzuimd heeft de ingeroepen onwettigheid aan te voeren op het nuttige ogenblik waarop het kon worden aangevoerd tijdens de bestuurlijke procedure’.
Wat betreft de attentieplicht komt de decreetgever terug op het arrest van het Grondwettelijk Hof van 14 maart 2019 waarin het Hof de regeling “Geen bezwaar? Geen beroep!”, vernietigde. De attentieplicht wordt onder andere verantwoord als een veruitwendiging van behoorlijk burgerschap, wat betekent dat ook aan de burger verplichtingen kunnen worden opgelegd in de verhouding burger-bestuur.
Naast deze wijzigingen worden nog enkele andere procedurele wijzigingen doorgevoerd, zoals de erkenning van de vergunninghouder en de persoon die een melding verricht als volwaardige procespartij, het stimuleren van bemiddeling, de uitbreiding van de substitutiebevoegdheid, een vereenvoudiging voor tussenkomende partijen, de verplichting tot het voldoen van het rolrecht en een verduidelijking van de rechtsplegingsvergoeding.
Opmerkelijk is dat geen advies werd gevraagd aan de SARO of de Minaraad, ondanks het feit dat daartoe werd opgeroepen met een motie in het parlement. Bij de eerste en tweede principiële goedkeuring in de schoot van de regering werd tweemaal om advies van de Afdeling Wetgeving van de Raad van State verzocht ‘teneinde maximale juridische zekerheid te verkrijgen’.
De Raad van State is van oordeel dat de op algemene wijze geformuleerde vereiste van het belang bij het middel het recht op de toegang op onevenredige wijze beperkt en niet strookt met de nagestreefde doelstelling van rechtsbescherming. Het is volgens de tekst van het decreet immers strikt genomen niet vereist dat de verzoekende partij nalatig, lichtzinnig of te kwader trouw is geweest.
Dit nieuwe decreet wil zo de realisatie van grote onroerende investeringsprojecten vergemakkelijken en versnellen. Een concurrent-projectontwikkelaar kan een andere ontwikkelaar bij de realisatie van een project niet langer proberen te hinderen of op te houden omwille van algemeen belang of omwille van het belang van andere omwonenden. Hij zal immers moeten aantonen dat er sprake is van een benadeling van zijn persoonlijke belangen.
De Vlaamse decreetgever verstrengt de toegang tot de rechter in milieuaangelegenheden in abstracto, zonder daarbij enig voorbehoud te maken voor besluiten die in concreto onder het toepassingsgebied van het verdrag van Aarhus vallen.
Met dit decreet wordt het belang bij het middel centraal geplaatst. De decreetgever laat de concrete toepassing van het belang bij het middel volledig over aan het oordeel van de rechter.
Dit decreet zal ervoor zorgen dat projecten kwaliteitsvoller worden en minder zullen worden overspoeld met beroepen waar eender wat als kritiek wordt ingeroepen, met enkel administratieve lasten tot gevolg. Tegelijk zullen omwonenden en milieuverenigingen nog steeds projecten kunnen aanvechten indien dit hun belangen schade dreigt toe te brengen. Dat de regeling zal worden aangevochten bij het Grondwettelijk Hof lijdt geen twijfel aangezien enkele milieuorganisaties al aangeven niet akkoord te zijn met de beperkte toegang tot de rechter.
Dit decreet werd op 14 juni 2021 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en treedt in werking op 24 juni 2021, met uitzondering van een aantal artikels waarvoor de Vlaamse regering een andere datum van inwerkingtreding zal bepalen.
Wenst u meer informatie of bijstand bij het indienen van een beroep? Contacteer onze omgevingsrecht specialisten Yannick Grauwels en Joachim Lebeer.