Steeds vaker wordt door de politierechtbank toepassing gemaakt van artikel 42 Wegverkeerswet, vooral bij overtredingen die te maken hebben met het gebruik van alcohol en drugs.
Dit artikel voorziet als volgt:
“Verval van het recht tot sturen moet uitgesproken worden wanneer, naar aanleiding van een veroordeling of opschorting van straf of internering wegens overtreding van de politie over het wegverkeer of wegens een verkeersongeval te wijten aan het persoonlijk toedoen van de dader, de schuldige lichamelijk of geestelijk ongeschikt wordt bevonden tot het besturen van een motorvoertuig.
De uitspraak van dit verval is mogelijk in elke graad van veroordeling, ongeacht wie het rechtsmiddel heeft ingesteld.
De duur van het verval van het recht tot sturen is afhankelijk van het bewijs dat betrokkene niet meer ongeschikt is om een motorvoertuig te besturen.”
Rijverval wegens lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid?
Overeenkomstig artikel 42 Wegverkeerswet kan de rechter u rijongeschikt verklaren indien blijkt dat u, omwille van lichamelijke of geestelijke redenen, niet meer veilig uw voertuig kunt besturen.
Deze rijongeschiktheid heeft tot gevolg dat u geen enkel motorvoertuig meer mag besturen totdat de rechtbank beslist dat u opnieuw mag rijden. De impact van deze rijongeschiktheid is dan ook zeer verregaand.
Rijongeschiktheid betreft geen rijverbod
Deze rijongeschiktheid is niet hetzelfde als een rijverbod. Waar een rijverbod een effectieve bestraffing betreft, is de rijongeschiktheid of het verval van het recht tot sturen wegens lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid (artikel 42 Wegverkeerswet) een beveiligingsmaatregel.
De rijongeschiktheid zou dan ook samen met een rijverbod kunnen worden opgelegd.
Omwille van de beveiligende functie gaat de ongeschiktheid echter onmiddellijk in vanaf het ogenblik van de uitspraak, ongeacht of er hoger beroep of verzet zou worden ingesteld tegen het vonnis dat de ongeschiktheid uitspreekt.
Artikel 42 Wegverkeerswet wordt steeds vaker toegepast
In de praktijk wordt in de rechtbanken steeds vaker toepassing gemaakt van dit artikel 42 Wegverkeerswet en worden bestuurders dus steeds vaker rijongeschikt verklaard.
Zo kan een rijongeschiktheid worden opgelegd voor problematisch medicatie-, alcohol- en/of druggebruik, zichtproblemen dan wel fysieke of geestelijke aandoeningen.
Is deze ongeschiktheid levenslang of kan men hierop later nog terugkomen?
In principe wordt deze ongeschiktheid voor onbepaalde duur opgelegd. Gelukkig biedt artikel 44 Wegverkeerswet een uitweg.
Overeenkomstig dit artikel kan iedere bestuurder die wegens een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid vervallen is verklaard van het recht tot sturen na minstens zes maanden te rekenen vanaf de dag van de uitspraak van het vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan, een herziening vragen.
Het verzoek tot herziening (artikel 44 Wegverkeerswet)
Deze herziening gebeurt door de indiening van een verzoekschrift. U kan een dergelijk verzoek slechts indienen nadat er minstens zes maanden zijn verstreken sinds de uitspraak die u rijongeschikt heeft verklaard.
In dit verzoekschrift zal u verder moeten aantonen dat er een einde is gekomen aan de ongeschiktheid van sturen. U zal dus, in het geval van een alcohol- of drugproblematiek, moeten kunnen aantonen dat u zich geheel heeft onthouden van enige alcohol of drugs.
U moet dit verzoek zeer grondig voorbereiden en hierbij verschillende bewijsstukken voegen waaruit de onthouding blijkt. Concreet moet u aantonen dat de redenen die aanleiding gaven tot de rijongeschiktheid niet meer aanwezig zijn.
Een dergelijk verzoek wordt steeds met de nodige ernst bekeken en de rechters zijn zeer voorzichtig om een rijongeschiktheid op te heffen.
Met dit verzoek tot opheffing of beëindiging van de rijongeschiktheid moet dan ook ernstig worden omgesprongen. De beveiligingsmaatregel zal immers pas opgeheven worden wanneer u daadwerkelijk opnieuw rijgeschikt bent (en de rechtbank hiervan ook concreet kan overtuigen).
Geen hoger beroep mogelijk tegen de weigering tot opheffing
Wanneer de rechter het verzoek tot opheffing van de rijongeschiktheid afwijst, kan u tegen deze beslissing bovendien geen beroep instellen.
De enige mogelijkheid bestaat in het indienen van een nieuw verzoekschrift, dat ten vroegste zes maanden vanaf de datum van afwijzing kan worden ingediend.
Te vroeg ingediend verzoek of onvoldoende bewijsstukken?
Ook wanneer u het verzoek te snel zou hebben ingediend (en de wachtperiode van zes maanden na het vonnis niet heeft afgewacht) of onvoldoende bewijsstukken zou hebben bijgebracht, kan u tegen deze beslissing geen hoger beroep instellen. Ook in dat geval kan u slechts een nieuw verzoek indienen nadat er zes maanden na de afwijzende uitspraak verstreken zijn.
Conclusie
Steeds vaker wordt, veelal bij een veroordeling wegens alcohol en/of drugs in het verkeer, een ongeschiktheid tot sturen overeenkomstig artikel 42 Wegverkeerswet opgelegd, met zeer verregaande consequenties tot gevolg.
Gelukkig biedt artikel 44 Wegverkeerswet een uitweg en kan een verzoekschrift worden ingediend om een einde te maken aan deze ongeschiktheid tot sturen. Dit verzoek is echter aan strenge voorwaarden onderworpen en wordt steeds met de nodige voorzichtigheid bekeken.
Contacteer ons
Indien u een dergelijk verzoek wenst in te dienen is het dan ook van groot belang om dit verzoek zeer grondig voor te bereiden en u hiervoor concreet te laten bijstaan. Neem hiervoor contact op met ons gespecialiseerd team.
Auteurs: Mr. Stéphane Gevers & Mr. Ellen Ceulemans
Klik hieronder op de foto's van de auteurs om hun andere artikels te lezen: