De federale regering had het bij haar aantreden twee jaar terug in haar regeerakkoord al aangekondigd: de procedures bij de Raad van State zouden verkort en geoptimaliseerd worden, “om de rechtszekerheid te bevorderen”. Nu heeft de regering een eerste groen licht gegeven aan een wetsontwerp van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden dat die ambitie in de praktijk moet brengen.
Waar uitspraken over de grond van de zaak nu vaak twee tot drie jaar op zich kunnen laten wachten, voert het wetsontwerp een maximale doorlooptijd van 18 maanden in. Ook de schorsingsprocedure, gebruikt in hoogdringende zaken, wordt grondig bijgestuurd: daar mag een beslissing uiterlijk drie maanden op zich laten wachten.
Een andere opvallende hervorming is dat de behandeling van maatschappelijk relevante dossiers voorrang zal krijgen. Bijvoorbeeld de gunning van windmolenparken of andere energiekwesties zullen op die manier – gezien de actuele energiecrisis – prioriteit kunnen krijgen, waardoor de uitspraaktermijn minder lang dan 18 maanden zal duren.
Ook wil de regering dat de Raad van State oplossingsgerichter werkt, aangezien momenteel na een vernietiging of schorsing het geschil zelden werkelijk beslecht is. Daarvoor doet de zogenoemde bestuurlijke lus haar herintrede, zij het enkel in het omgevingsrecht. Die bestuurlijke lus houdt in dat wanneer een bestuursbeslissing gebrekkig is, de Raad van State niet meteen hoeft te vernietigen maar dat de rechters (bij de Raad van State staatsraden genoemd) de overheid een periode gunnen om de fout nog recht te zetten.
Een eerdere poging om die lus in te voeren, in 2014, was op bezwaren van het Grondwettelijk Hof gebotst. Via de toepassing van de bestuurlijke lus in het omgevingsrecht zou vermeden worden dat grote infrastructuurprojecten stranden en de vergunningsprocedure van vooraf aan gestart moet worden.
De verdere precieze inhoud van de hervorming is nog niet helemaal duidelijk, aangezien de teksten van het wetsontwerp nog niet vrijgegeven zijn. In juli vorig jaar keurde de regering een eerste conceptnota over de hervorming goed, met nog enkele andere krachtlijnen.
De meest verregaande maatregel daarin was de hervorming van het dubbel onderzoek. Bij de Raad van State worden zaken tweemaal onderzocht: eerst door een auditeur, en vervolgens door de Raad zelf. Volgens de conceptnota zou het auditoraat voortaan een veel beperkter aantal zaken onderzoeken, zoals complexe geschillen of zaken met een grote precedentswaarde.
Een andere aangekondigde hervorming waarvan het afwachten is of ze deel uitmaakt van het wetsontwerp, is de bevoegdheid voor de staatsraden om de schorsingsprocedure zelf meer te sturen, in functie van de hoogdringendheid en de concrete noden van de zaak, via een ‘regiezitting’. Dat moet bijvoorbeeld schriftelijke replieken in bepaalde gevallen overbodig maken, waardoor tijd gewonnen wordt. Sinds de coronapandemie is het aantal openbare mondelinge zittingen al ernstig afgebouwd, die praktijk werd inmiddels verankerd.
Ook voor de afdeling Wetgeving van de Raad van State, die instaat voor (niet-bindende) adviezen over wetgevende teksten, waren er enkele hervormingen op komst, die het de Raad onder meer gemakkelijker maakt om zo’n vraag om preventieve controle naast zich neer te leggen. Het is dus afwachten of deze hervormingen intussen nog deel uitmaken van het wetsontwerp.
De hervormingsoefening moet de rechtszekerheid en het investeringsklimaat bevorderen. Als waakhond van de uitvoerende macht spreekt de Raad van State zich uit over de geldigheid van bijvoorbeeld overheidsopdrachten, bepaalde vergunningen, tuchtbeslissingen of gemeentelijke besluiten. De lange doorlooptijd bij de Raad leidt frequent tot vertragingen.
Anderzijds leeft eveneens de vrees dat de hervorming een te grote afbreuk zouden doen aan de rechtsbescherming tegen de overheid. Eind vorig jaar uitten Franstalige 120 advocaten, onder wie stafhouders, in de Franstalige krant La Libre Belgique bezwaren tegen de geplande hervormingen en met name de bijsturing van het dubbel onderzoek. ‘De controle op de wettigheid van overheidsacties wordt uitgehold, dat is een gevoelige terugslag voor de rechtsstaat’, klonk het.
De principiële goedkeuring van de ministerraad betekent slechts een eerste stap in de hervormingstrein. Verschillende instanties, waarvan de belangrijkste de Raad van State zelf is, zullen nu gevraagd worden een advies uit te brengen over het wetsontwerp. Vervolgens gaat de tekst weer naar de regering voor een tweede lezing, waarna de Kamer aan zet is.
Eerder besliste de regering al dat er meer geld zou worden uitgetrokken voor de werking van de Raad van State, middelen die gaan naar onder meer een verdere digitalisering en meer personeel. Voor dat laatste is zes miljoen euro vrijgemaakt. De aanwervingen daarvoor zijn lopende.
Heeft u hier vragen over? Contacteer dan prof. dr. Kristof Uytterhoeven.
Klik op onderstaande afbeelding om meer te lezen van bovengenoemde auteur.