In de eerste acht maanden van 2023 zijn 6.412 bedrijven failliet verklaard, bijna 7 procent meer dan het gemiddelde van de voorbije tien jaar. Aldus een recent artikel in De Tijd: de faillissementen in België nemen hand over hand toe. Dat werd reeds verwacht tijdens de coronacrisis. Deze voorspelling wordt nu werkelijkheid.
Faillissementen zijn ook op juridisch vlak complexe aangelegenheden waarbij verschillende partijen betrokken zijn en belangen spelen.
Aansprakelijkheid van de bestuurders
Eén van de cruciale aspecten die vaak en steeds méér onder de loep wordt genomen, is de aansprakelijkheid van bestuurders. In België bestaan er vele regels en voorschriften met betrekking tot bestuurdersaansprakelijkheid, vastgelegd onder meer in het Wetboek Economisch Recht (WER) en het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV).
Volgens artikel XX.224 WER kunnen bestuurders aansprakelijk worden gesteld als er sprake is van een kennelijk grove fout die heeft bijgedragen tot het faillissement. Het begrip "kennelijk grove fout" staat centraal in de beoordeling van bestuurdersaansprakelijkheid. Dit houdt in dat de bestuurders hun taken en verantwoordelijkheden niet naar behoren hebben uitgevoerd en dat dit een aanzienlijke bijdrage heeft geleverd aan het faillissement. De bestuurders hadden er zich van bewust moeten zijn dat deze fout zou bijdragen tot het faillissement die een normaal en voorzichtig bestuurder in dezelfde omstandigheden niet zou hebben begaan. Voorbeelden van een kennelijk grove fout kunnen onder meer zijn: financieel wanbeheer, onjuiste verslaggeving, of het nemen van buitensporige risico's zijn.
Ook kunnen bestuurders aansprakelijk worden gesteld op grond van het verderzetten van een reddeloos verloren activiteit (zogenaamde wrongful trading) (art. XX.227 WER), laattijdige aangifte van het faillissement (art. XX.102 WER), de specifieke aansprakelijkheidsregels wegens niet-doorstorting van bepaalde fiscale en sociale schulden, enzovoort.
Beoordeling bestuurdersaansprakelijkheid
De curator die bij faillissement de schuldeisers vertegenwoordigt, beschikt aldus over een groot arsenaal aan bestuurdersaansprakelijkheidsgronden.
De beoordeling van de bestuurdersaansprakelijkheid vindt plaats op het moment van het faillissement. Het is belangrijk op te merken dat bestuurders niet automatisch aansprakelijk zijn bij een faillissement. Er moet sprake zijn van onbehoorlijk bestuur op basis van één van de voormelde gronden.
Belang van corporate governance
Het is derhalve essentieel dat bestuurders altijd nauwgezet handelen, goede verslaggevingspraktijken onderhouden en passende maatregelen nemen om de financiële gezondheid van de onderneming te waarborgen en te documenteren. In dit verband voorziet ook het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen in een aantal verplichtingen die de bestuurders scrupuleus moeten naleven. De praktijk leert dat een aantal bestuurders hier niet mee vertrouwd zijn of door de drukte van hun handel er niet toe kunnen komen. Het is vitaal om dit opzicht de gepaste corporate governance toe te passen.
Bestuurdersaansprakelijkheid bij faillissement in België is een ernstige kwestie. Het is van vitaal belang dat bestuurders zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheden en proactief handelen om mogelijke aansprakelijkheid te voorkomen zodat hun privé vermogen niet in het gedrang komt.
Klik hieronder op de foto's van onze medewerkers om hun andere artikels te lezen: